Steeds minder uitstoot boven Yara Sluiskil
Op de foto: Wilfried Nielen (Gedeputeerde Provincie Zeeland), Joris Malcontent (senior proces engineer Yara Sluiskil), Minister Wiersma (Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) en Luc Catoir (Algemeen Directeur Yara Sluiskil).
Op 15 oktober legde Minister Wiersma van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de eerste steen voor de nieuwe WESP-installaties bij Yara Sluiskil. Met de twee installaties, die in 2026 en 2027 in bedrijf worden genomen, zal de stikstofuitstoot verder dalen. De techniek zet een nieuwe standaard voor de Europese meststoffenproductie en zorgt er tevens voor dat de beeldbepalende pluimen op de nitraatfabrieken verdwijnen.
Zo ziet de omgeving ook letterlijk dat Yara haar emissies reduceert. Het Noorse moederbedrijf investeert opnieuw fors in haar productielocatie in Sluiskil. De fabriek, die de grootste ammoniak- en kunstmestproductielocatie van Europa is, wordt van strategisch belang gezien. Naast forse investeringen in meer flexibiliteit, CO2 reductie, low carbon waterstofproductie en waterrecycling, zet Yara nu een volgende stap in verdere stikstofreductie. Een zogenaamde Wet Electrostatic Precipitator (WESP) installatie wordt gebouwd, waarin met een wasvloeistof en elektrostatisch veld de laatste restjes ammoniak en nitraathoudend stof in de pluim van de nitraatfabrieken worden uitgewassen.
De nieuwe installaties -in 2026 komt op nitraatfabriek 3 de installatie in bedrijf en in 2027 volgt tweede installatie op de andere fabriek- zorgen voor een emissiereductie van maar liefst 60 ton ammoniak en 160 ton stikstofhoudend stof per jaar, oftewel 20 procent van de totale uitstoot van Yara Sluiskil. Dat komt overeen met de uitstoot van ruim 4.500 koeien en bijna zes volle vrachtwagens met stof per jaar. Het stof en de ammoniak die worden afgevangen in de nieuwe installatie dienen opnieuw als grondstof voor de productie. Er wordt dus niet alleen een emissie naar de lucht geëlimineerd, maar tevens wordt een afvalstof nu gebruikt als grondstof.
In het Italiaanse Ravenna paste Yara de techniek al succesvol toe. Joris Malcontent, proces engineer zegt: “Tijdens het inbedrijf nemen in Italië bleek dat ook de zichtbaarheid van de pluim vrijwel volledig verdween. In Sluiskil werden in 2020 de eerste succesvolle testen uitgevoerd waar we dat al zagen, maar ook bij de opschaling blijkt de pluim weg te zijn.” De kleinschalige testresultaten die in Sluiskil werden uitgevoerd, werden de achterliggende jaren vertaald naar industriële schaal. Yara werkte nauw samen met de provinciale en nationale overheid om deze technologie, die verder gaat dan de wettelijke verplichting, te realiseren. Het moederbedrijf investeert opnieuw fors met deze installaties die samen 75 miljoen euro kosten. Ook het Ministerie van Klimaat en Groene Groei draagt bij middels een subsidie.
“Yara bedrijft stikstofchemie en levert met haar producten een bijdrage aan strategische autonomie van Nederland en Europa. In de eerste plaats de meststoffendie voedselzekerheid garanderen. Maar ook producten zoals AdBlue en NOxCare waarmee uitlaatgassen van dieselmotoren en de uitstoot van energiecentrales, schepen en bijvoorbeeld staalfabrieken schoner worden gemaakt leveren een essentiële maatschappelijke bijdrage”, aldus algemeen directeur Luc Cattoir.
